27 november 2007

iLIKETRAiNS + Cecilia::eyes (26/11 Rotonde)

Het leek eeuwen geleden dat we nog in de Rotonde in Brussel geweest waren, maar maandag was het een goeie gelegenheid om ons nog eens richting het magische halfrond te verplaatsen.

We houden van stipte organisaties, en dit had cecilia::eyes blijkbaar vernomen want toen we arriveerden waren ze al goed op dreef. Deze band dompelde ons meteen onder in typische post-rock, die af en toe wat monotoon dreigde te worden. Gelukkig zorgde de drummer voor het compenserende effect door middel van originele ritmes en overgangen. Invloeden als 65daysofstatic leken hierdoor niet veraf.

Homepage - Last.fm - MySpace
iLIKETRAiNS is duidelijk een band die diepgang in hun performance willen brengen. Dit deden ze onder andere door hun thema te visualiseren met een live bestuurde videoprojectie. Ze namen ons mee naar donkere werelden van oorlog, rampscenario's en dergelijke meer. De sfeer die ze onder de koepel van de rotonde creëerden was hiervoor dan ook de perfecte lokatie.
We genoten van de uitgekiende don caballero-achtige opbouw en de diepe stem van de zanger die ons bij momenten aan Interpol deed denken. Het was een zeer intens concert waarbij ze zo hard tekeer gingen dat een van ons er zelfs een bloedneus aan over hield. De trompet was een opmerkelijke en geslaagde toevoeging aan het post-rockgeheel, maar bleef misschien nog iets te veel op de achtergrond. Volgens ons zou een occasionele free-jazz improvisatie van de trompettist - zoals The Cinematic Orchestra vaak in hun muziek toepast - een mooie toevoeging zijn.

Een fijn concert, in een prachtige zaal, van een band die haar live-reputatie alle eer aan deed.

Homepage - Last.fm - MySpace

23 november 2007

ANDREW BIRD + My Little Cheap Dictaphone

Persoonlijk vinden we Andrew Bird één van de betere singer-songwriters van de laatste twee decennia. Donderdag kwam hij dit nog eens onderstrepen in het Stuk in Leuven.

Het voorprogramma werd verzorgd door My Little Cheap Dictaphone, een band uit Luik. Hun optreden was degelijk, maar we kregen het gevoel dat er meer in deze groep zit. Reeds in het eerste nummer viel de goede stem van Redboy - zanger van de band - op. Hij mag van ons echter gerust meer van zijn stembereik gebruiken. De drummer speelde in kostuum en dat is ook hoe hij klonk: deftig maar nogal stijf.
Met momenten deden ze ons denken aan The Coral. De baslijn uit het tweede nummer leek weggewandeld hun muziek. Ook de stem leek dikwijls op die van de zanger van The Coral. Pech voor My Little Cheap Dictaphone, hun mengelmoes van stijlen is hierdoor niet vernieuwend.

Zowel hun uitbarstingen als de rustigere delen deden ons enkele keren smelten. Het viertal speelde dus met momenten schitterende muziek, maar de integratie van de verschillende delen van hun nummers was dikwijls slordig. Vandaar: een uitstapje in de post-rock zou hun songs beter maken. Een meer continue opbouw zoals in het laatste nummer kwam hun muziek immers ten goede.

Homepage - MySpace

Het is een belevenis om te zien hoe Andrew Bird vliegensvlug van één instrument overschakelt naar een ander. Daar moeten maagzweren van komen. We waren dan ook niet verwonderd dat hij last had van koorts - aan het einde van een lastige tournee. Daardoor werd het misschien niet zijn beste show, maar zelfs dan bleef zijn performance schitterend. Andrew Bird is een artiest - veel meer dan alleen een muzikant.

Alleen op het podium, bouwde Andrew Bird zijn nummers telkens op dezelfde manier op. Zijn vioolgetokkel stak hij in een loop, om hierop terug te tokkelen en een nieuwe loop te installeren. Hierboven streek hij op zijn viool. Neem hierbij de gitaar, de xylofoon en zijn gefluit (dat hij zo goed beheerst dat het een instrument op zich wordt!) en je krijgt een heuse één-mansband. Zelfs ziek stond zijn stem als een huis.
Door telkens diezelfde opbouw te hanteren dreigde hij naar het einde toe echter wat in herhaling te vallen. Maar tijdens de bisnummers had hij ons terug volledig mee.

Onze favoriete nummers - zoals Sovay en A Nervous Tic Motion of the Head to the left - passeerden de revue. Daarnaast bracht hij onder andere Measuring Cups en Master Fade.

Het is duidelijk merkbaar dat viool het instrument is dat hem nauwst aan het hart ligt. Hij speelt behoorlijk gitaar, maar daar kan hij nog progressie maken.

Als My Litte Cheap Dictaphone ons één enkele keer deed smelten, maakte Andrew Bird ons zo warm dat we in de lucht stegen.
Wat plastisch uitgedrukt misschien, maar zoals de heer Bird het zegt: "Although the words we speak are banal, not one of them is a lie."

Homepage - Last.fm - MySpace

17 november 2007

Brad Mehldau Trio, 15/11, AB

Als we u vertellen dat we reeds 8 maanden onze tickets op een speciaal plaatsje bewaarden, weet u met welke verwachtingen we donderdag naar het concert van Brad Mehldau Trio vertrokken.

We zagen een sterk concert. Zoals gewoonlijk werd het een mengelmoes van eigen nummers en covers. Eigen nummers zo vers dat ze nog ongetiteld waren. Daarnaast kwam ook Thelenious Monk even langs en speelden ze onder andere een Braziliaans sambanummer. Brad Mehldau had onlangs Sufjan Stevens ontdekt en speelde diens ‚Holland’. Geen ode aan onze noorderburen, maar een plaats in Michigan.
Ze speelden een goed gebalanceerde set, al vonden we het spijtig dat we op onze honger bleven zitten omdat geen van onze favoriete covers (Paranoid Android, Exit music for a film) de revue passeerden.

Weinig pianisten doen het Brad Mehldau voor: zowel een sterke rechter- als linkerhand en dan nog eens een schitterende coördinatie. Hierin onderscheidt hij zich van pakweg een – zeer goede – Jef Neve. Mooi hoe hij opnieuw een ‚pop’nummer zoals ‚Holland’ omtovert in een heuse jazz-standard.
Midden in het concert nam Brad Mehldau het woord en hij begon zowaar in het Nederlands. Zijn vrouw is immers een Nederlandse zangeres en hij spreekt al een aardig mondje mee. De avond kon niet stuk voor hem, want na het concert vertrok hij in allerijl richting een Amsterdamse kraamkliniek.


De bassist, Larry Grenadier, speelde geweldig goede en inventieve baslijnen. Hij bestreek het volledige toonoppervlak en deed dit zonder ook maar enige fout. Op sommige momenten nam hij de melodie van Brad Mehldau over, terwijl deze de baslijnen overnam. In ‘Holland’ viel op hoe subtiel de bassist de melodie van het nummer van Sufjan Stevens in de bas verwerkte.

Jeff Ballard, de drummer, speelde eveneens goed, maar was misschien de minste van de drie. Hij is geen Teun Verbruggen. Zijn solo was goed, maar niet overweldigend. Daarnaast horen we liever metalen borstels dan zijn plastieken borstels. Wel mooi hoe hij dikwijls soepel met de achterkant van zijn drumstok speelde.
Dit trio is duidelijk goed op elkaar ingespeeld. Het was indrukwekkend hoe naadloos de instrumenten er bij kwamen na de drumsolo.

Een sterk concert van een schitterend trio, waar voor ons part enkel een klein toetje ontbrak.

Homepage - Last.fm - MySpace

7 november 2007

Wolf Eyes


Zelf zijn we niet echt thuis binnen het noise-genre, maar we lieten ons verleiden door een enthousiaste Joachim. Het verslag is dan ook van zijn hand.

Zaterdag 3/11 stond al lang omcirkeld in de agenda en zoals het hoort (want volgens de website ging het concert overrompeld worden door hevige fans) zijn we een maand vooraf een ticket gaan kopen. Beweren dat we er nogal naar uitkijken is een understatement waarmee je je oma nieuw leven kan inblazen.


Voor Bear Bones, Lay Low konden we nog snel, snel een Westmalle naar binnen kappen om ons dan naar binnen te haasten. Misschien hadden we toch beter wat trager gedronken want niet alleen voelden we het in onze magen (de drank, niet de muziek) maar ook was Bear Bones, Lay Low nogal een diesel. Blijkbaar wou hij (het is een één-mansgroep) niet afkruipen van het adagium “begin traag en trek dan naar het einde toe alle registers open” waardoor het na twee minuten al geeuwen met de pet op was.
Hij begon met een laagje noise te leggen (bestaande uit twee tonen die constant in elkaar overgingen) met daarboven wat musique concrete geluidjes erboven op, zoals schreeuwen in de micro en fluitjes. Redelijk slaapverwekkend en niet echt verrassend nieuw. Zijn noisetonen waren te hoog om interessant te zijn en verre van wereldschokkend.

Na een kleine tien minuten begon hij het “slicer”-effect toe te passen op zijn hele outcome. Je kunt je dit het best voorstellen als de muziek die in stukken gekapt wordt. Op zich een leuk effectje maar zeker niet te lang doen en niet toepassen op je hele outcome, wat die jongen (hij is nog maar 19) dus wel deed. Bovenop die gekapte muziekstroom speelde hij dan met zijn gitaar.
En dat was het eerste echt interessante dat we hoorden. We misten ervoor immers bas en hij speelde eindelijk wat zware noten. Na een paar minuten ging het echter opnieuw de hoogte in. Haal de noise weg en je kreeg een gitaarrif voor een poprock nummer.
Na een kleine twintig minuten stopte hij en vroeg hij aan het publiek: “how much time do I have?”
“20 minutes” was het antwoord waarop de artiest reageerde: “my equipment is fucked up. It doesn’t work.” Jammer dat wij daar ook moesten voor afzien.

Na een korte pauze was Hellvete aan de beurt. Live hielp Bear Bones, Lay Low hem (Hellvete is ook een 1-mans groep) door te drummen terwijl Hellvete zelf electronica, gitaar en vocals deed. Dit vonden we beter dan het andere voorprogramma.
Een constante, sturende drum en daarboven de noisetronics van Hellvete en zijn gejel/geschreeuw waren op zich niet echt verbazingwekkend maar het werd interessant toen de gitaar erbij kwam. Hier bloeide de muziek mooi uit. Hellvete heeft potentiëel maar ze moeten nog een lange weg afleggen. Ook dit voorprogramma duurde maar 20 minuten en echt rouwig waren we daar niet om.


En dan kwamen de meesters zelve: Wolf Eyes!
Wat opviel was dat Wolf Eyes blijkbaar altijd in dezelfde opstelling staat: Mike connelly rechts met gitaar en wat electronica, John Olson links met electronica, sax en “boomstam”. Geen idee welk instrument het was maar het leek op een boomstam met één snaar op die verbonden was met een versterker. Tussen die twee in staat Nathan Young lekker te schreeuwen in twee microfoons tegelijk.

Ze begonnen met een onbekend nummer waarin ze onmiddellijk lieten horen hoe veelzijdig ze zij binnen de noise-scene. Hierbij werden in het publiek de mannen van de muizen gescheiden. Daarna over naar hun laatste cd met “The Driller”. Hier hoorden we voor het eerst wat er uit “de boomstam” kwam: een lekker hard, vibrerend harshgeluid. Dan vond Wolf Eyes het tijd om een nieuw nummer voor te stellen: “Outbreak”. We kunnen alle fans geruststellen: het is loeihard en heeft nog meer powerbeats/minuut dan op de vorige platen. Qua intensiteit vergelijkbaar met “The Driller” en “Black Vomit”, als dit op hun nieuwe plaat komt, ziet het er veelbelovend uit.

Wolf Eyes kan ook ambient produceren wat ze zaterdag ook bewezen hebben. Denk hierbij niet aan klassieke ambient maar aan noisesongs met de structuur van ambient. Natuurlijk kunnen ze het dreigende van ambient veel beter accentueren met hun eigen noisegeluiden. Al is “accentueren” misschien nog niet sterk genoeg uitgedrukt. Tuurlijk evolueerde dit nummer naar een lang, hard noisestuk met op het einde nog een sax die er zeer goed inpaste.
Daarna was het tijd voor het afscheidsnummer: Nathan young kondigde het aan als “this is our last number but it’s a fucking long number.” Vooraf hadden we gehoord dat het concert zou duren tot 23u en aangezien het 22u30 was, keken we wel uit naar hun afscheidsnummer. Meestal begint een groep dan traag om tegen het einde alles uit de kast te halen maar Wolf Eyes ging er al vanaf de eerste noot tegenaan met het volle, beukende geweld (remember the powerbeats). We waren vol verwachting over hoe ze dit nummer een half uur lang zo’n intensiteit zouden meegeven maar O ZO JAMMER werd Nathan Young na zeven minuten schor. Een onverwacht einde van een briljant concert.

Homepage - Last.fm - MySpace

3 november 2007

APSE + Hawaï


Met Hawai kregen we één van de vele getalenteerde Kortrijkse bands op het podium. Eerlijk gezegd kennen we hun muziek niet echt goed, dus lieten we hun geluid zonder bepaalde verwachtingen over ons komen.
Ze begonnen vrij stevig, als kort introductienummer kon dit best tellen. Wat zich voor ons ontspon, was een zoektocht naar een balans tussen rustigere elektronica en gitaarerupties. We hoorden heel wat goede ideeën en kwaliteit in hun muziek. De afwerking was ons echter iets te ruw. Zo waren de saxofoonsolo’s op zich goed, maar kregen ze geen juist muzikaal kader om op te steunen. De drummer wisselde frisse vondsten af met vreemde invalbeurten. Voor ons mocht de toetsenist ook iets prominenter aanwezig zijn.

Homepage Last.fmMySpace

De site van de Kreun had ons reeds gewaarschuwd – en inderdaad, Apse klinkt live heel wat harder dan de post-rock die ze op hun cd brengen. Hoewel ze hun typische klank blijven behouden, was hun muziek van staal.

Al dat geweld kon ons best wel bekoren. De zang zorgde voor de nodige melodie, zodat we ons niet verloren zoals bij Hawai. Naast de drummer, klopte ook de zanger er – lichtjes spastisch – op los. De haast tribale drum kon ons zeker bezweren. Hun groepsnaam verwijst immers naar de achterste nis van een kathedraal. Ze namen ons live bij de hand en duwden ons in dat kleine hoekje.

Een goed concert, maar toch werd hun muziek op het einde net iets te weinig afwisselend. Misschien misten we soms wat de Apse die we kennen van Spirit, hun schitterende langspeelplaat…

Homepage - Last.fm - MySpace

2 november 2007

Dez Mona - Balzaal Vooruit 31/10

Het is bijna altijd (>90%) leuk om open te staan voor nieuwe initiatieven. Het meepikken van concerten van ongekende artiesten incluis. Met een idee van 'experimentele jazz' vertrokken we naar de Vooruit in Gent.
Dez Mona is veel meer dan een genre of categorie, wat we zagen was een sublieme mix van theatrale en melancholische taferelen. Laten we het voor de eenduidigheid toch maar categoriseren onder de noemer 'muziek'. Het is ontstaan als een project van contrabassist Nicoals Rombouts en zanger Gregory Frateur enkele jaren geleden. G. Frateur is onder meer bekend van Daan, waarbij hij gedurende enkele jaren backing vocals verzorgde. Andere bandleden zijn een drummer, een accordeonist en een toetsenist.
Ze creëerden een zeer unieke en duistere sfeer die verwijst naar de negro spirituals en de gospel van het geïmporteerde afro-slavenvolk in Noord-Amerika. Chaos, angst en woede werden vertaald in de androgyne en kille, maar kwalitatief zeer hoogstaande, stem van G. Frateur. Dit werd gedialogiseerd door het daverende en dominante basspel van N. Rombouts.
Daarnaast was er ook nog plaats voor een accordeon en piano/synth waardoor een jazz-en funkluik geopend werd. Stel u hierbij nog eens een meeslepende drum bij met meesterlijke solo's en we komen tot een geheel van een band die dringend uit zijn stille duisternis mag komen.
Dit is duidelijk iets wat elke liefhebber van het betere werk uit het lichtere genre moet beluisterd hebben.